ankomst Johannesburg
Slapen in een vliegtuig bleek opnieuw niet zo gemakkelijk te zijn. Maar als je weet dat je na je dinertje minimaal 6 uur de tijd hebt om een poging tot slapen te doen, is het toch de moeite waard om het inderdaad maar te proberen. Ik kan niet zeggen dat ik heerlijk geslapen heb, maar met enkele onderbrekingen lukte het om een uur of vier dommelend door te brengen. Het geronk van de motoren, het aan en uit floepen van de “fasten seatbelts” lampjes (waarbij telkens een duidelijke “pong” klonk), enige turbulentie en vooral de slechte houding in de vliegtuigstoel belemmerden een nachtrust zoals ik die thuis gewend ben. Aangezien er geen tijdsverschil was tussen Europa en Zuid-Afrika duurde de nacht wel gewoon net zo lang als thuis. Dat bleek een voordeel vergeleken met reizen vanuit New York naar Europa. Dan is de nacht extreem kort.
Om 7:00 uur werd het licht in de Airbus weer aangedaan en kwam het personeel langs met hete doekjes waarmee je jezelf een beetje op kon frissen. Daarna werd een ontbijtje geserveerd, een echt petit dejeuner: croissant, broodje, yoghurtje en wat beleg. En uiteraard koffie en thee zoveel als je wilde. Na het opruimen van het afval werd het tijd om ons klaar te maken voor de landing. Daarvoor kwam men nog even langs met een chocolaatje…. Inmiddels was het volop dag geworden en als het vliegtuig een bocht maakte, konden we een blik op de grond werpen, maar we zaten te hoog om goed te kunnen zien hoe het er daar uitzag.
Het laatste halfuur van de vlucht werd gebruikt voor de daling. Het toerental van de motoren werd fors gereduceerd en het schermpje in de stoel voor ons toonde dat de vlieghoogte gedurig afnam. Na een paar bochten kwamen we recht voor de landingsbaan en werd de daling afgerond. Om 9:10 uur, exact volgens de planning, zetten de piloten de Airbus op een zonnig O.R. Tambo (v.h. Jan Smuts) aan de grond. Het was een kort ritje naar de gate, waarna het uitstappen snel begon. De wandeling op het vliegveld nam meer tijd in beslag, het was een enorm eind lopen naar de douane. De reizigers werden daar in drie groepen verdeeld: Zuid Afrikanen, andere Afrikanen en overigen. Hoewel er een aardige rij stond verliepen de formaliteiten vrij vlot. Wat ze bij de grens deden is onze paspoortgegevens intypen in een computer, waarna we een sticker in ons paspoort kregen die recht gaf op 90 dagen verblijf. Vervolgens werd de sticker gescand, zodat onze gegevens aan de streepjescode op de stickers zijn gekoppeld en men wist dat we in het land waren. And have a nice stay!!
Na deze puur administratieve controle liepen we naar de bagageband waar onze koffers inmiddels al gelaten rondjes draaiden. Voor de uitgang stonden er enkele (piepjonge) douanebeambten die eventueel onze koffer zouden kunnen controleren, maar dezen vertrouwden het allemaal wel, zodat we met de rookworsten, king-pepermunten en fruittella-snoepjes in onze koffers Zuid-Afrika binnenwandelden. Willem Nap stond ons met zijn zoon al op te wachten in de aankomsthal, zodat we samen meteen door konden lopen naar Budget voor de auto. Vanuit Nederland had ik alles geregeld via de uitstekende website Go Zuid-Afrika. In het kantoor van Budget bleek alles voor de huurauto klaar te liggen en werden de administratieve formaliteiten snel en correct afgehandeld. Een groot verschil met sommige Amerikaanse verhuurstations, waar ze je eerst allerlei upgrades en aanvullende verzekeringen proberen aan te smeren. De luchthaven en het gebouw waar de autoverhuurders gevestigd zijn maakten op ons een verzorgde, fraaie en westerse indruk.
Van het vliegveld naar de Réhobotskool
We liepen naar de parkeergarage en spraken af waar we Willem weer zouden ontmoeten, zodat hij ons kon voor rijden naar de school. Onze auto, een bijna nieuwe, spierwitte Toyota Yaris (een sedan die in Nederland niet wordt verkocht) stond op de aangegeven plaats en na de koffers erin gelegd te hebben konden we starten. Op onze wandeling naar onze auto zagen we veel meer witte huurauto’s, waaronder heel veel Golfjes van een type dat in Nederland al jaren niet meer leverbaar is, maar in Zuid-Afrika nog volop gebouwd wordt. Het stuur van onze auto zat uiteraard aan de rechterkant en we werden geacht aan de linkerkant van de weg te rijden. Links rijden had ik al vaker gedaan, maar rijden in een auto met rechts stuur is wel even wennen. Schakelen moet met de linkerhand, maar de indeling van de bak is net zoals we in Nederland gewend zijn. De handels voor richtingaangever en ruitenwisser zijn vergeleken met Europese auto’s precies omgewisseld, wat regelmatig tot komische vergissingen leidde.
We reden over de snelweg in noordelijke en later westelijke richting. Er was aardig wat verkeer onderweg. Overal langs de weg werd gewerkt. De werkzaamheden werden goed beveiligd door zeer veel mensen die met rode vlaggen stonden te zwaaien. Het is ons niet duidelijk geworden wat het doel van dit gezwaai was en vooral waarom er op zoveel plekken dicht bij elkaar werd gezwaaid. Dat er aan de weg gewerkt werd, was overduidelijk, maar het verkeer had er geen last van en werd ook niet met werkverkeer geconfronteerd. Het leek erop dat de vlaggenzwaaiers op deze manier aan werk geholpen werden. Later hoorden we dat al deze wegenbouw verricht werd met het oog op de wereldkampioenschappen voetbal, die hier in 2010 worden gehouden. Dan moet alles er spic en span uitzien.
Na een rit van ongeveer drie kwartier draaiden we de snelweg af. Op de eerstvolgende kruising (met verkeerslichten) was het een drukte van belang met rondlopende mensen. Zou daar een ongeluk gebeurd zijn? Nee, dit beeld bleek heel gewoon te zijn in dit land. Langs elke rij auto’s liepen drie of vier mensen die allerlei spullen te koop aanboden: sinaasappels, zonnebrillen, accessoires voor mobieltjes, kranten etc. etc. Wij hebben ze niet daadwerkelijk zien handelen, maar overal op drukke kruispunten waar het verkeer moet stoppen voor verkeerslichten of 4-way stops zagen we dergelijke verkopers. Ze zullen er wel wat mee verdienen, anders liepen ze niet in zulke grote aantallen met hun waren te venten.
Op de Réhobotskool
Bord aan de weg naar de Réhobotskool
Tegen 11 uur arriveerden we bij de Réhobotskool, waar het een drukte van belang was. Het was contactmorgen voor de ouders van de leerlingen. Dit soort bijeenkomsten wordt hier overdag georganiseerd, omdat het ’s avonds te gevaarlijk is. Na de oudergesprekken zou een kijkmiddag volgen waarop onze studenten samen met de aanwezige leerlingen hun werk zouden presenteren. In een stalletje werden pannekoeken gebakken en allerlei Hollandse producten verkocht. De door ons meegebrachte rookworsten en het snoep werden meteen uitgepakt en toegevoegd aan de handelsvoorraad.
Het schoolgebouw van de Réhobotskool
Intussen werden we door Willem rondgeleid over het schoolterrein en in de lokalen voor zover ze niet bezet waren door de oudergesprekken. De school is duidelijk minder goed geoutilleerd dan de Nederlandse scholen. Het gebouw is bijna 100 jaar oud en het meubilair is ook al enigszins op leeftijd. Toch ziet het gebouw er fris uit en de lokalen zijn kleurrijk ingericht, met veel (zelfgemaakt) beeldmateriaal aan de wanden.
Interieur klaslokaal
Om 12:00 uur werd iedereen in de zaal verwacht, waar de studenten hun kijkmiddag inleidden. De afgelopen weken hebben ze met alle leerlingen over Nederland gewerkt. Het resultaat werd nu gepresenteerd: Nederlandse volksliederen, waaronder het Wilhelmus, spelletjes en een aantal werkstukken die typisch Hollandse zaken verbeeldden.
Toespraakje van de studenten als inleiding op de kijkmiddag
Bijdrage van de kleuters: “Rood, wit en blauw zijn de kleuren van de vlag…”
Daarna was het tijd om te eten en te kletsen. De ontvangst was bijzonder hartelijk. Veel ouders spreken aardig Nederlands, en Zuid-Afrikaans lijkt zo veel op het Nederlands dat er van taalproblemen nauwelijks sprake was. De mensen waren open en spontaan en vonden het duidelijk leuk om Nederlanders te spreken.
Van de Réhobotskool naar ons huisje
Om 14:00 braken we op en reden we naar ons onderkomen voor de komende dagen, een vakantiehuisje op de plot van Willem Nap, zo’n 17 km verwijderd van de school. Het huis staat aan een zandpad en is omgeven door elektrisch hekwerk, voorzien van automatische poorten. De zaak moet kennelijk goed beveiligd worden. Die situatie bleek niet uniek te zijn, want onderweg waren de talrijke hekken en prikkeldraadafrasteringen (met van die rollen militair prikkeldraad) rondom huizen en bedrijven ons al opgevallen.
Afrastering, zoals bijna iedereen die om zijn huis en bedrijf heeft
Vakantiehuis op de plot van Willem Nap
Het huisje zag er prima uit en we namen uitgebreid tijd om ons te installeren en een beetje te rusten voordat we over het terrein naar het huis van Willem liepen, waar we vergast werden op een lekkere maaltijd: braai (=barbecue) met broodjes, aardappels en sla. We konden nog goed buiten zitten, ook al is het hier nu herfst. Na 18:00 uur werd het heel snel donker (binnen een half uur) en koeler.
We gingen op tijd terug naar het huisje en gingen vroeg naar bed.
Mooie dag met prachtig weer en veel indrukken