Van Cottbus naar Dresden
Vanmorgen regende het. Daar had ik niet veel last van toen ik na het ontbijt binnendoor naar de parkeergarage liep en mijn spullen in de auto bracht. Ik had een betrekkelijk klein bedrag afgerekend door de fikse korting op de hotelkamer. Daarna vertrok ik in de richting van Dresden. Het eerste stuk voerde me over een tweebaansweg met af en toe een derde baan in de richting van Senftenberg en vandaar verder naar Ruhland, waar ik de A13 richting Dresden opreed.
Toen ik op de snelweg reed werd het droog. De regen die tot dan toe hardnekkig was neergevallen hield op en toen ik de buitenwijken van Dresden binnenreed was de bewolking zo dun geworden dat je de zon erdoorheen kon zien.
Ik parkeerde in de fraaie kelder onder de Altmarkt en liep naar boven. De omgeving van de Altmarkt zag er prachtig uit. Het Kulturpalast (dat op zichzelf geen lelijk gebouw is) valt door de strakke 20e eeuwse vormen wat uit de toon. Bij het toeristenbureau, dat in het Kulturpalast gevestigd is, haalde ik een stadsplattegrond, waarna ik langs een bouwterrein (ook in Dresden werd volop gebouwd) naar de Frauenkirche liep.
Frauenkirche en omgeving
Ik kwam precies op tijd in de Frauenkirche aan om de Orgel-andacht, een korte kerkdienst om 12.00 uur waarbij ruim plaats is voor orgelspel, bij te wonen. De kerk zat voor het grootste gedeelte vol, maar ik kon nog een zitplaats vinden. De orde van dienst was vergelijkbaar met de Andacht in Berlijn, al was hier in Dresden wat meer tijd voor orgelspel ingeruimd. Het orgel in de Frauenkirche is gebouwd in een kopie van de originele Silbermannkas, die bij de recente wederopbouw van deze kerk werd gereconstrueerd. Het instrument zelf is een modern ‘compromisorgel’ van Kern en werd in deze korte dienst niet op zijn gunstigst gedemonstreerd. De organist koos vooral scherpe of karakterloze klanken. Het gesproken woord in deze dienst stond aanzienlijk dichter bij de Bijbel dan de toespraak die ik eerder in Berlijn hoorde.
Hierna lunchte ik op een terras bij de Frauenkirche. Inmiddels scheen de zon volop en was mijn paraplu overbodig geworden, terwijl ik mijn zonnebril eigenlijk wel gebruiken kon. Ik liep daarom even terug naar de parkeergarage om de paraplu te verwisselen voor de zonnebril.
Daarna bracht ik een kort bezoek aan de Kreuzkirche, die vlakbij de Altmarkt staat. Deze kerk is vlak na de Tweede Wereldoorlog herbouwd, wat vooral binnen goed te zien is. Op de oude resten is in beton een nieuwe kerk gebouwd, met uiteraard nieuw meubilair en een nieuw orgel. Deze kerk is de thuisbasis van het beroemde Dresdner Kreuzchor.
Daarna liep ik opnieuw naar de Frauenkirche, waar ik de ingang koos die toegang geeft tot de koepel. Hiervoor moet betaald worden en dit gaat helemaal buiten de kerkruimte om, hoewel je er wel naar binnen kunt kijken. Het eerste stuk, tot waar de koepel begint, ga je omhoog met een lift. Daarna loop je een helling op die zich tussen de binnen- en buitenkoepel omhoog slingert. Daarbij kun je op verschillende plaatsen naar beneden kijken, de kerkruimte in. Boven moet je enkele trapjes op, waarna je naar buiten kunt stappen en een mooi uitzicht over Dresden hebt.
Aan de ene kant ligt de Altstadt met zijn gerestaureerde monumentale gebouwen, hoewel er nog steeds volop gebouwd, herbouwd en gereconstrueerd wordt. Aan de andere kant ligt de Neustadt, die veel minder nieuw is dan de naam doet vermoeden. Enkele honderden jaren geleden is men al begonnen om aan de andere kant van de Elbe, die schilderachtig tussen beide stadsdelen stroomt, te bouwen.
Ik nam ruim de tijd om de stad te overzien en liep toen naar beneden, waarna ik de Elbe opzocht en vanaf een van de bruggen richting Altstadt keek.
Elbeoever en Altstadt
Van de brug liep ik terug de Altstadt in en bekeek de fraai versierde gevel van het Residenzschloss. In een enorm groot mozaïek zijn allerlei vorsten afgebeeld die ooit over Dresden hebben geregeerd. Deze Fürstenzug werd in de Tweede Wereldoorlog slechts gedeeltelijk beschadigd en is gemaakt van porseleinen tegels die in het naburige Meissen werden gemaakt.
Vlakbij de Fürstenzug staat de Hofkirche van Dresden, de Rooms Katholieke tegenhanger van de Evangelisch Lutherse Frauenkirche. Ik ging het indrukwekkende en merkwaardig gevormde gebouw binnen. De kerk heeft een rechthoekige vorm met afgeronde korte zijden. De toren staat daar helemaal los van, zodat de hoge vensters over de hele omtrek licht naar binnen laten vallen.
Pronkstuk in deze kerk is het Silbermannorgel uit 1755, dat aan de verwoesting van de oorlog is ontsnapt doordat men het binnenwerk in 1944 heeft verwijderd en ergens op een veilige plaats heeft opgeslagen. Kennelijk had men in Dresden al bedacht dat men ooit nog eens doelwit van oorlogsgeweld zou kunnen worden.
Vlakbij de Hofkirche staat de Opera, een fraai gebouw dat ik alleen van buiten bekeek. Daarnaast vind je de Zwinger, een paleisachtig gebouw in fraaie stijl rondom een mooie binnentuin. De Zwinger is in bij het bombardement op Dresden totaal verwoest maar al door het DDR regiem in stijl herbouwd.
Van de Zwinger liep ik langs het Residenzschloss, een stadspaleis dat nu in gebruik is als museum. Ik ging er niet binnen, maar keek op de binnenplaats even rond. Daarna liep ik langs het Kulturpalast, waar ik even stilstond bij een (thans beschermd) socialistisch kunstwerk op een van de gevels.
Van Dresden naar Meissen
Ik haalde mijn auto op en reed in noordelijke richting de stad uit en toen door het Elbedal naar Meissen, een stadje aan de rivier, waarboven op een heuvel een kasteel en de Dom van Meissen uittorenen. Daar nam ik mijn intrek in Pension “An der Porzellanmanufaktur”, een bedrijfspand dat ingericht is als hotel. Ik kreeg een flinke en fraaie kamer voor een schappelijke prijs. ’s Avonds regende het bijna onophoudelijk.