Van Heidal naar Peer Gynt Setervegen
Gisteravond vroeg men in het hotel of ik vandaag ontbijt wilde en zo ja hoe laat dan. Even dacht ik dat ik deze nacht de enige gast zou zijn, maar gedurende de avond kwamen er enkele Denen en diverse Letten logeren. Toch was het niet druk bij het ontbijt. Ik at met smaak van de eieren en het Noorse brood en maakte een praatje met de kok. Daarna vertrok ik voor de rit van Heidal naar Lillehammer.
Eerst reed ik in de richting van Sjoa en vandaar over de E6 naar Kvam. Het was bewolkt en in de dalen hingen plukken witte wolken langs de berghellingen. Dat zag er niet zo goed uit, aangezien ik twee bergwegen wilde rijden. In Kvam tankte ik benzine, hopelijk voor de laatste keer in Noorwegen. De prijzen zijn hier hoger dan in Nederland, ondanks de enorme rijkdom aan olie die Noorwegen kent.
Ik zocht daarna de weg naar Peer Gynt Setervegen op. Deze was goed aangegeven en al spoedig begon ik te klimmen. Ik reed enige tijd door de mist van de laaghangende wolken en wende al aan het idee dat dit een verregende dag zonder veel zicht zou worden toen op een bepaalde hoogte ik boven de laaghangende wolken kwam en het landschap open trok.
Het bleef bewolkt en grijzig, maar het zicht verbeterde aanzienlijk. Het eerste deel van de weg was vrij toegankelijk, maar na enige tijd kwam ik bij de tolpoort. Met de creditcard opende ik de slagboom en reed ik verder de hoogvlakte op. De onverharde weg slingerde zich door het landschap. Afwisselend zag ik weide met koeien, huizen en huisjes, waar waarschijnlijk alleen ’s zomers mensen wonen, bossen en water in de vorm van rivieren en meertjes. De Peer Gynt Setervegen bleek een zeer aantrekkelijke en afwisselende weg te zijn. Mijn uitzicht was niet optimaal door het bewolkte weer. Bij helder weer zal het zeker nog meer de moeite waar zijn om deze weg te rijden.
Peer Gynt Vegen
Aan het einde van de weg reed ik de verharde weg weer op en toen ging het vrij steil naar beneden het dal in. Bij Vinstra bereikte ik de weg door het dal en reed daarover naar Harpefoss, waar de Peer Gynt Vegen begint. Deze weg was goed aangegeven met houten bordjes. De weg bleek gebruikt te worden door boeren die hun vee ’s zomers op hoogte houden en verzorgen. Daarnaast zag ik nog al wat vakantiehuisjes, maar ook huizen waarbij enorme hoeveelheden brandhout klaar lagen. Kennelijk blijft men daar tot het echt koud wordt.
Het landschap dat ik vanaf de Peer Gynt Vegen zag, leek op het landschap aan de andere kant van het dal, langs de Setervegen. Ik vond de Setervegen boeiender en afwisselender. Ook de Peer Gynt Vegen was een tolweg. Hier moest betaald worden door het bedrag in een envelopje te stoppen, een kaartje in te vullen en het geld in een metalen kist te gooien.
Achteraf was me niet duidelijk of ik de Peer Gynt Vegen wel helemaal gereden heb, er waren nogal wat splitsingen, waar dan steeds een bordje stond. Ik kwam niet uit in Svingvoll, zoals ik verwacht had, maar in Espedal op weg 255. Op de plek waar ik de verharde weg weer opreed stond wel een bordje Peer Gynt Vegen, dat de richting opwees waar ik vandaan gekomen was.
Helvete
Het Espedal bleek een mooi dal te zijn. Ik reed geruime tijd langs een meer tot ik op een parkeerplaats stuitte die Helvete heette. Uit de borden langs de weg maakte ik op dat hier iets te zien zou zijn. Ik stopte op de parkeerplaats en kocht een toegangskaartje in de kiosk.
Over een voetpad daalde ik een kloof in, waar ik al vrij snel donkergekleurde rosten zag, die een nauwe doorgang voor de rivier openlieten. Het laatste stukje van het pad was erg steil en mijn wandelschoenen die vooral geschikt zijn voor wandelingen op vlak terrein boden maar nauwelijks genoeg steun om verder te lopen. Het stromende water bleek hier enorme potholes uitgeschuurd te hebben. Door de zwarte kleur van de rotsen zag het er somber en dreigend uit. Het bleek dat je in de kloof verder kon lopen over stenen en houten looppaadjes, maar omdat mijn schoenen niet voldoende grip boden, zag ik van een tochtje in de kloof af.
Lillehammer
Ik liep terug naar boven en reed daarna verder in zuidelijke richting. Via Aulstad, Forset en Segalstad reed ik naar Lillehammer. Onderweg begon het te regenen en een poosje viel het water met bakken uit de lucht. Tegen de tijd dat ik in Lillehammer aankwam, werd het weer droog en knapte het weer wat op. Ik at een lunch bij McDonald’s en reed toen een rondje in de omgeving van Lillehammer.
Ik reed langs het enorme meer naar het zuiden tot bij Moelv en ging toen door de heuvels via Asmarka terug naar Lillehammer. Ik zocht Molla hotel op. De naam is afgeleid van watermolen, het hotel was dan ook vlak aan een klaterende beek gevestigd. Ik checkte in en kreeg een kamer op de vijfde verdieping. Daarna liep ik een rondje door het stadje tot ik opnieuw donkere wolken zag aankomen.
Ik at een heerlijke pasta in restaurant Egon, dat op de begane grond van het hotel gevestigd is in de echte voormalige watermolen. Inmiddels viel het water met bakken uit de lucht en dat bleef de verdere avond ook zo.
Afgelegde afstand 265 km.