Van Kapelle naar Luxemburg
Vanmorgen stonden we niet al te laat op om op tijd klaar te zijn voor de rit van Kapelle naar Berghaupten. Ook dit jaar kozen we voor een zomervakantie in Zwitserland. We hebben lang gewacht met boeken omdat een reisje naar de Verenigde Staten ook hoog op onze ideeënlijst stond. Maar omdat de Coronabeperkingen voor een reis naar de VS nog zo streng waren, zagen we hiervan af en boekten opnieuw een appartement in Eischoll, waar we in 2017 en 2019 ook waren geweest. We hebben ons ook georiënteerd op Unterbäch, waar we in 2020 en 2021 verbleven, maar we konden daar dit keer geen geschikt onderkomen vinden.
Na het ontbijt pakten we alle spullen in de auto en controleerden of we niets vergeten hadden. Daarna sloten we de huisdeur achter ons en gingen op weg. De route voerde langs bekende plaatsen. Deze keer reden we (als vanouds) door België via Antwerpen en Brussel naar Luxemburg. Het was vandaag prachtig weer om te reizen. En op deze dinsdag was er maar weinig verkeer op de weg. We schoten dan ook lekker op en stopten voor de lunch op Aire de Wanlin tussen Namen en Luxemburg. Daar aten we een broodje en bezochten de betaalde, maar desondanks niet al te propere toiletten in het AC restaurant.
Vervolgens reden we voorspoedig naar Luxemburg, waar we een halve tank benzine haalden die nauwelijks goedkoper was dan de benzine die ik de laatste keer in België tankte.
Van Luxemburg naar Berghaupten
Vanaf Aire de Cappellen, waar we dus alleen stopten om even te tanken, reden we verder door Luxemburg. Daar was het, zoals meestal, wat drukker dan op de E411 tussen Brussel en en de Luxemburgse grens. We vervolgden onze weg naar Metz en stopten even in Thionville om de bandenspanning te controleren na een melding dat daarmee mogelijk iets mis was. Dat bleek mee te vallen, waarna we verder reden en uiteindelijk op de tolweg A4 tussen Metz en Straatsburg belandden.
De eerste 20 à 25 km van de tolweg konden we niet echt opschieten. Er werd volop aan de weg gewerkt en grote delen van de weg waren versmald, waarbij de snelheid werd begrensd op maximaal 90 km per uur. Nadat we dit achter de rug hadden, konden we wel vlot doorrijden en schoten we flink op in de richting van Straatsburg. Het was inmiddels ruim 32 graden, maar daarvan ondervonden we geen hinder.
Na Straatsburg staken we de Rijn over en daarna was het niet ver meer naar Offenburg, dat aan de rand van het Zwarte Woud ligt. We reden de B33 een eindje op, tot we de afslag Berghaupten zagen. We reden het kleine stukje naar het dorp terwijl we ons afvroegen waardoor de dikke rookzuil boven de bomen werd veroorzaakt. Gelukkig bleek er in het dorp geen overlast te zijn van de rook, maar dat er iets in brand stond in de omgeving was wel duidelijk.
Hotel Hirsch Berghaupten
We zochten Hotel Hirsch in Berghaupten en kwamen aan bij een groot gebouw midden in het dorp. De reservering die we via Booking hadden geregeld was netjes verwerkt en we kregen een ruime kamer op de eerste verdieping.
Nadat we ons geïnstalleerd hadden gingen we eten op het terras. Er stonden voldoende parasols, maar de buitentemperatuur was toen nog rond de 30 graden. We kregen een heerlijke maaltijd, met een typisch Duits toetje: citroensorbet met sekt.
Na deze verrukkelijke maaltijd gingen we niet al te laat slapen, na nog een blik geworpen te hebben op de ooievaars die zich gedurende de avond hadden verzameld op het dak van de kerk en op een bouwkraan tegenover het hotel. Deze vogel is in dit dorp kennelijk beslist geen zeldzaamheid, het personeel van het hotel keek er in elk geval nauwelijks van op.
Het is een mooie dag geweest, met een voorspoedige reis in warme omstandigheden.
