Holzbrücke Stein / Bad Säckingen
Na een goede nachtrust in Stein stonden we vanmorgen op en gingen ontbijten in de eetzaal van het motel, voordat we aan de etappe van Stein naar Unterbäch begonnen. Ook nu bleek er niemand aanwezig te zijn. Alle etenswaren voor het ontbijt stonden op het buffet en iedereen kon zichzelf bedienen. Het was vrij rustig in het motel. We schatten in dat de tien beschikbare kamers mogelijk niet eens allemaal bezet waren geweest.
Na het ontbijt pakten we in en verlieten we het motel. De sleutelkaartjes gooiden we in het daarvoor bestemde busje, waarna we vertrokken naar het dichtstbijzijnde tankstation om benzine te halen. Daarna reden we even naar de oude houten brug over de Rijn die Stein (Zwitserland) met Bad Säckingen (Duitsland) verbindt.
Van Stein naar Luzern
Nadat we hier even hadden gekeken vertrokken we uit dit dorp en reden de A3 op die ons door de Jura in de richting van Zürich voerde. Diverse malen gingen we letterlijk door de Jura, de weg kent vele tunnels die soms behoorlijk lang bleken te zijn.
Het was rustig op de weg en na een uurtje waren we in Luzern, waar we parkeerden in een parkeergarage in het centrum en daarna een rondje door deze fraaie stad liepen.
Wandeling in Luzern
Ook Luzern heeft houten bruggen, waarvan de Kapelbrücke, met de kenmerkende bochten en de toren midden in de rivier wel de bekendste is.
Naast deze houten bruggen over de rivier de Reuss waren er diverse gebouwen in Luzern die onze aandacht trokken.
Chateau Gütsch, dat hoog boven de stad ligt, werd ooit als hotel gebouwd en is nog steeds als zodanig in gebruik. Het ontwerp van dit gebouw werd geïnspireerd op kasteel Neuschwanstein in Beieren.
De Jesuitenkirche aan de Reuss was eveneens een blikvanger. Dit zeventiende-eeuwse kerkgebouw stond er schilderachtig bij tussen de andere gebouwen aan de rivier.
Van Luzern naar de Brünigpass
Na een uurtje zochten we onze auto weer op en vervolgden onze weg naar het zuiden. We reden de weg naar de Brünigpass op en stopten bij Giswil om in een Autohof wat te kopen voor onze lunch. De pasweg is een officiële autosnelweg, maar op dit punt was de weg al geruime tijd tweebaans en dat zou zo blijven tot we over de pashoogte van de weg afdraaiden.
Vroeger voerde deze weg je geruime tijd langs de Lugernsee, maar sinds 2010 is hier een tunnel waardoor we bijna niets meer van dit meer te zien kregen.
Over de Grimselpass naar Wallis
Net over de pas sloegen we linksaf naar Meiringen, waar we niet veel later aankwamen na een steile afdaling met stukken die meer dan 13% daalden. Bij Meiringen gingen we linksaf naar Innertkirchen en daar kozen we voor de weg naar de Grimselpass.
Inmiddels was het weer helemaal opgeklaard en konden we de bergen en het landschap prachtig af zien steken tegen de blauwe lucht. Op de pasweg was het druk met auto’s, motorrijders en ook fietsers. Doordat iedereen goed oplette ging dat allemaal goed, maar het leek af en toe wel een beetje tricky met zoveel verschillende voertuigen op een smalle weg.
We reden vlot door naar boven en stopten even op het punt waar de weg weer bijna naar beneden ging Wallis in. We keken terug naar de gebouwen die op pashoogte aan de andere kant van het meer stonden. Daarachter was volop verse sneeuw te zien op de bergen van Berner Oberland.
Toen we op de pas arriveerden klonk er een harde doffe knal in de auto. Later bleek dat Nederlandse chipsverpakkingen niet op dergelijke hoogteverschillen berekend zijn: drie zakken chips waren kennelijk tegelijkertijd opengebarsten. Gelukkig bleek de inhoud nog bruikbaar te zijn.
Tijdens de afdaling aan de Walliser kant stopten we in een van de haarspeldbochten om even rond te kijken. Vanaf dit punt hadden we een magnifiek uitzicht op de Furkapassweg en de jonge Rhône. De Rhônegletsjer was hiervandaan niet meer te zien, zover is de ijsmassa sinds 1880 (toen de gletsjertong nog bij Gletsch lag) teruggetrokken.
Door de Goms naar Unterbäch
We daalden spoedig af tot in Oberwald en begonnen toen aan de fraaie rit door de Goms in de richting van Brig, een tochtje waar we ongeveer een uur over deden. Er waren ook hier veel toeristen onderweg en het scheen ons toe dat Corona nauwelijks invloed op de hoeveelheid auto’s, motoren en fietsers heeft gehad.
Bij de Coop in Eyholz deden we boodschappen, waarna we verder reden naar Visp en vandaar de berg op gingen naar Unterbäch. Daar vonden we het huisje dat we voor de komende weken hebben gehuurd. De sleutel lag op de afgesproken plaats en we hadden al bijna alles uitgepakt toen onze gastvrouw thuiskwam en ons meer dan hartelijk ontving en welkom heette.
Na het avondeten rustten we uit van deze prachtige dag en gingen niet te laat slapen.
Afgelegde afstand: 260 km.