Van Gunnison naar Black Canyon National Park
Vannacht sliep ik goed. Rodeway Inn lag vlakbij de weg, maar die was kennelijk rustig, ik heb er tenminste niets van gehoord. Ook het vliegveld gaf geen geluidsoverlast. Een paar keer per dag vliegen ze van Denver naar Gunnison en terug, maar dat gebeurde niet in de afgelopen nacht. Ik at van het ontbijtje en ging daarna op weg van Gunnison naar Durango. Mijn eerste doel was de Black Canyon of the Gunnison. De weg voerde over Rt 50, een fraaie weg langs berghellingen en reservoirs waarop volop watersport werd beoefend.
Black Canyon of the Gunnison
Nadat ik de poort van Black Canyon National Park was doorgegaan koos ik ervoor om eerst rechtsaf te slaan, de East Portal Road op. Deze weg daalde steil en snel in de Canyon af, tot op het niveau van de rivier. Het was een mooi weggetje in een fraaie kloof. De rivier, die ook Gunnison heet, had een merkwaardige groene kleur en stroomde rustig voort. Er is hier een dam gebouwd, waarmee een groot deel van het water afgetapt wordt voor bevloeiing van landbouwgrond.
Ik reed terug naar boven en reed toen de South Rim Drive op. Je kunt ook de North Rim bezoeken, maar dan moet je al een stuk eerder van Rt 50 af. De North Rim is minder ontwikkeld (net als bij Grand Canyon) en je kijkt daarvandaan natuurlijk voortdurend tegen het (zon)licht in.
Langs de Rim Drive waren diverse uitkijkpunten gebouwd, die een fraaie blik boden op deze diepe en smalle kloof. Het diepste punt is 2000 ft (= ca. 610 m.) Hierdoor dringt zonlicht niet zo diep door, wat samen met de kleuren van het gesteente een donkere aanblik biedt aan deze kloof. Bij de meeste uitzichtpunten was er wel zicht op de rivier. De rotsen zijn grillig gevormd en grillig gekleurd, doordat er verschillende gesteenten door elkaar voorkomen. Ik reed naar het eind van de Drive, stopte niet overal en keerde toen om, om het park weer te verlaten.
Via Montrose naar de Million Dollar Highway
Ik vervolgde Rt 50 naar Montrose, waar ik bij Mc Donald’s een hapje at. Daarna reed ik naar het zuiden over Rt. 550, in de richting van Durango. Tot Ouray bleef de weg redelijk vlak, maar daarna begon het klimmen. Dit stuk weg wordt Million Dollar Highway genoemd. De aanleg over drie bergpassen kostte destijds een vermogen. Waarschijnlijk had men deze weg niet gebouwd als er niet zoveel mijnbouw in deze omgeving was geweest.
Het weer was aanvankelijk prachtig, de eerste pas (Red Mountain Pass) lag er prachtig open bij, al kwam er wel wat bewolking opzetten. Vlak voor de pas stopte ik op een uitkijkpunt waar uitzicht is op de restanten van mijnactiviteiten. Vroeger werd hier o.a. goud en zilver gedolven. Tegenwoordig houdt men zich bezig om de restanten zodanig te bewerken dat de natuur daar zijn gang weer kan gaan.
De volgende pas (Molas Pass) lag net voorbij Silverton, een oud mijnwerkersstadje dat nog steeds levendig is en nu bestaat van toeristische activiteiten. Op Molas Pass was de bewolking al behoorlijk dik en was er van uitzicht geen sprake meer.
Over Coal Bank Pass naar Durango
De volgende pas (Coal Bank Pass) lag helemaal in de wolken. De eigenlijke pas bleek in de bossen naast de weg te liggen. Mogelijk was daar een uitkijkpunt is, waar ik naar toe had kunnen lopen. Ik heb dat door de bewolking echter niet kunnen zien.
Na de Coal Bank Pass daalde de weg gezwind en gestaag in de richting van Durango, dat een flinke plaats bleek te zijn.
Hier had ik een kamer geboekt bij Quality Inn, waar het goed toeven was.
Mooie dag met veel hoogteverschillen. Afgelegde afstand: 230 mijl
Voor meer foto’s van deze vakantie klik hier (deel 1) of hier (deel 2) of hier (deel 3)