Van Eischoll naar Täsch
Vanmorgen werden we gewekt door het zonlicht dat de kamer binnen scheen en toen we naar buiten keken zagen we een strakblauwe lucht, waartegen de bergen prachtig afgetekend waren. We dachten toen al dat het perfecte omstandigheden waren voor een dagtocht naar Zermatt. En nadat we op een webcam van Zermatt hadden gekeken stond onze beslissing vast: vandaag zouden we naar Zermatt gaan.
Om niet teveel tijd te verliezen ging ik deze keer met de auto naar de Volg, waar ik brood voor vandaag kocht. Thuisgekomen ontbeten we, maakten de lunch klaar en pakten alle spullen in voor een flinke wandeling.
Tegen half tien reden we de berg af via Unterbäch en Mauracker naar Visp. Vandaar ging het rechtsaf het Vispertal in, waarna we bij Stalden weer rechtsaf sloegen, het Mattertal in. Toen we Herbriggen voorbij waren, ging het dal open en zagen we de Breithorn en Klein Matterhorn prachtig liggen tegen de onbewolkte lucht.
Niet veel later stonden we in Täsch geparkeerd in de Matterhornterminal, de parkeergarage van de Matterhorn-Gotthardt-Bahn, die ons met de pendeltrein naar Zermatt zou brengen.
Van Täsch naar Zermatt (Blauherd)
We waren bijna een uur onderweg en zouden nog meer dan een uur nodig hebben voordat we aan onze wandeling konden beginnen. Een dagtocht naar Zermatt kost veel reistijd, tenzij je in of heel dichtbij Zermatt verblijft. We pakten alle spullen die we nodig hadden uit de auto en gingen op weg naar de pendeltrein.
We kochten een treinkaartje bij een automaat en konden vrijwel direct het perron oplopen en de gereedstaande trein instappen. Na enkele minuten vertrok de trein voor het ritje van een minuut of tien naar Zermatt. Zermatt is autovrij al gaan er stemmen op om dat te veranderen en het monopolie van de trein te doorbreken.
In Zermatt liepen we van het treinstation naar het dalstation van de Sunnegga-express, een ondergrondse metro-achtige trein, die Zermatt met Sunnegga verbindt, dat ruim 600 meter hoger ligt. Onderweg naar het dalstation konden we de eerste blik op de Matterhorn werpen, die toen al voorzien was van het bekende wolkje.
We kochten kaartjes voor de Alpenmetro naar Sunnegga en moesten even wachten voordat de volgende trein vertrok. Deze treintjes reden om de tien minuten, zodat we niet lang hoefden te wachten. Vanaf Sunnegga begonnen we aan het laatste traject van de reis: met een kabelbaan werden we naar Blauherd getakeld, dat nog ongeveer 300 meter boven Sunnegga ligt.
Van Blauherd naar de Stellisee
Inmiddels was het bijna 12:00 uur en waren we ongeveer tweeënhalf uur onderweg vanuit Eischoll. We namen nu de tijd om ons in te smeren tegen zonnebrand en begonnen aan de wandeling die ons bij Riffelalp moest brengen. We liepen een deel van de zogenoemde 5 Seenweg, waarbij je tussen Blauherd en Sunnegga langs vijf bergmeertjes komt. Drie van die meertjes zouden wij zien en de eerste was de Stellisee.
Vrij snel nadat we Blauherd achter ons gelaten hadden liepen we in de vrije natuur en gingen, samen met nogal wat andere toeristen, op weg in oostelijke richting, waar het uitzicht werd bepaald door de Findelgletsjer met links daarvan de opvallende top van de Adlerhorn.
Onderaan de Findelgletsjer was de berghut Fluealp te zien, waarheen heel veel wandelaars onderweg waren. Wanneer we naar rechts keken zagen we de Gornergrat, met daarachter de karakteristieke toppen van de Breithorn en Klein Matterhorn. Het eindstation van de Gornergratbahn was hiervandaan ook duidelijk zichtbaar.
Nadat we een eindje gelopen hadden zochten we een geschikte zitsteen om ons brood op te eten. We aten de meegebrachte boterhammen op terwijl we genoten van het uitzicht en voortdurend gepasseerd werden door wandelaars in beide richtingen.
Na de lunch kwamen we al snel bij de Stellisee aan. Dit meertje was het grootste van de drie die we vandaag zouden zien. We konden het al vanaf het pad zien liggen en toen we er bij kwamen, bleek dat het er behoorlijk druk was.
Het meertje is vooral bekend van de fraaie spiegelfoto’s die hier gemaakt worden van de Matterhorn. Vandaag stond er teveel wind om zo’n plaatje te maken. En het wolkje bij de Matterhorn was inmiddels een flinke wolk geworden. Toch lukte het om een fraaie foto te maken, die een goede indruk geeft van de natuurschoon op deze plek in de Alpen.
Van de Stellisee naar de Grindjisee
We liepen het meer helemaal rond en zagen dat er grote en kleine vissen in zwommen. Daarnaast waren er ook menselijke zwemmers actief. Ons leek dit een koude bedoening en aan de kreten van de zwemmers te horen was dat ook zo.
We begonnen aan de afdaling naar de Grindjisee en moesten daarvoor zo’n 200 meter dalen. Het pad voerde grotendeels over een onverharde weg, maar ook over echte wandelpaadjes. Ook hier waren op sommige plaatsen teksten op de rotsen aangebracht die de schoonheid van de schepping bezingen, zoals onderstaand citaat van Paul Gerhardt, de bekende Lutherse dichter.
De afdaling verliep met enkele haarspeldbochten, zodat we de ene keer naar het oosten en vervolgens weer naar het westen keken, waar de Matterhorn de aandacht bleef trekken.
Nadat we een eindje op een pad gelopen hadden dat ons niet bij de Grindjisee zou brengen, keerden we om, maakt een kort praatje met een groepje Amerikanen die dit pad wel zouden volgen en sloegen de goede weg naar het volgende meertje in.
Het meertje was al van grote afstand te zien en toen we er aankwamen viel het niet tegen. Het water van de Grindjisee was bladstil en weerspiegelde de omgeving prachtig. Ook hier maakten we een rondwandeling rond het meertje en maakten enkele spiegelfoto’s.
Van de Grindjisee naar de Grünsee
Nadat we opnieuw even met de Amerikanen hadden gesproken die toch bij de Grindjisee terechtgekomen waren, gingen we op pad naar de Grünsee. Hoewel we niet veel meer hoefden te dalen omdat we al bijna op hoogte van Riffelalp zaten, steeg en daalde het pad nog wel, hoewel het nergens echt lastig werd.
We kwamen bij de Grünsee aan, waar het ook behoorlijk druk was met mensen die rond het meer zaten of liepen of erin zwommen. Wij beperkten ons nu tot langslopen en gingen verder in de richting van het berghuis Ze Seewjinu, waar we op het terras wat aten en dronken.
Van Ze Seewjinu naar Riffelalp
Nadat we heerlijk op het terras hadden gezeten en onze koffie hadden gedronken stonden we op om verder te gaan. We begonnen aan het laatste stuk van de wandeling op deze dagtocht naar Zermatt en liepen van het restaurant naar Riffelalp, waar we op de trein van de Gornergratbahn wilden stappen.
Het pad liep nu vooral door het bos, hier en daar over puinhellingen, maar ook over goed begaanbare bospaadjes. Het uitzicht op de Matterhorn was allang verdwenen, maar nu kregen we zicht op de nederzettinkjes boven de Findelbach, waar op het oog nog wat veehouderij werd bedreven.
Na ruim een half uur bereikten we Riffelalp, waar we kaartjes kochten om met de Gornergratbahn mee naar beneden te rijden, terug naar Zermatt. We moesten even wachten voordat de trein kwam en zagen in die tijd een trein omhoog rijden.
Stipt op tijd kwam de trein het station binnenrijden en even later waren we al remmend op weg naar beneden, de hellingen van de Riffelberg af. Het ritje duurde ongeveer een kwartier en toen waren we terug in Zermatt, waar we uitstapten en het stationsplein opliepen.
Van Zermatt naar Eischoll
We wandelden de winkelstraat nog even op en dronken wat op een terras bij een Italiaans restaurant, terwijl we keken naar de langswandelende toeristen in allerlei uitdossingen.
Daarna liepen we terug naar het station, waar de pendeltrein net wegreed. We hadden dus nog een kwartier om wat winkels te bekijken. Daarna konden we wel instappen in de volgende trein die ons naar Täsch terugbracht.
We reden van Täsch naar Ackersand onder Stalden en aten daar een voortreffelijke maaltijd bij restaurant Ackersand, waarna we de berg opreden terug naar Eischoll na een prachtige dagtocht naar Zermatt.