Eindgesprekken Rehobotskool – maandag 20 april 2009

Op weg naar school

Ook deze ochtend moesten we vroeg opstaan, want de school begint hier al om 8:00 uur en we moesten er natuurlijk ook nog heen rijden. Arinda en Wilhelm Nap stonden om 7:00 uur aan de deur om ons de weg te wijzen en zo vertrokken we, zelfs nog iets eerder dan de bus, die vanaf de plot van Willem vertrekt en door een van de leerkrachten bestuurd wordt.

De route naar school is niet lastig, aan het eind van Nolene rechtsaf, bij het plakkerskamp weer rechtsaf en dan almaar rechtdoor tot je op een T-splitsing het bord van de school ziet staan. Ook vanmorgen was het rondom het plakkerskamp en langs de weg een drukte van belang met lopende mensen, die op deze manier naar hun werk of naar de winkels gaan. Niet iedereen hoeft te lopen, er zijn ook mensen die vervoerd worden.

Voetgangersverkeer langs het plakkerskamp Zandspruit (Johannesburg)

Na een ritje van bijna een half uur kwamen we bij de school aan. We waren goed op tijd, er was zelfs nog niet een bus gearriveerd. Wel liepen er al wat kinderen rond, allemaal met jassen en truien aan, hoewel wij de noodzaak hiervan niet inzagen. Het was nog wat fris, maar het beloofde opnieuw een prachtige dag te worden, met voor onze begrippen zomerse temperaturen. Later hoorden we dat de manier waarop je warm en koud ervaart hier verandert. Door de hoge zomertemperatuur ervaart men herfst- en wintertemperaturen tussen 15 en 22 C. als koud.

Schoolbus Réhobotskool

Terwijl we op de parkeerplaats stonden te wachten kwamen er meer kinderen aan, en ook beide busjes arriveerden. De busjes worden gereden door leerkrachten en ze pikken her en der de schoolkinderen op. De kinderen hingen hun tassen op en verdwenen daarna naar de speeltoestellen, de leerkrachten verzamelden in de lerarenkamer, waar de koffie al klaar stond. Opnieuw werden we hartelijk ontvangen door de leerkrachten en het aanwezige bestuurslid. Hij zou vandaag de weekopening voor zijn rekening nemen.

Réhobotskool personeelskamer

Terug naar boven

Op school voor de eindgesprekken en nadere kennismaking

Om 8:00 uur luidde de bel en werden alle leerlingen in de rij gezet om naar de zaal te lopen. In de zaal, waar de werkstukken van het Nederlandproject nog steeds opgesteld stonden, namen we plaats. De oudste kinderen op de eerste rijen en de jongere daarachter. Ook hier werd de Psalm staande gezongen en ook hier moesten we even wennen aan de afwijkende melodie van Psalm 119. Ter opening las Dhr. Boer (Ome Cor, zoals hij werd genoemd) de geschiedenis van de Emmaüsgangers, waarna hij dit Bijbelgedeelte vertellend op kinderniveau nog eens behandelde. Dit ging allemaal in het Zuid-Afrikaans. We konden de strekking van zijn betoog wel volgen, maar als er op dit tempo zo lang achtereen gesproken wordt, mis je nog wel eens een woord of zin. Na het zingen van nog een couplet uit Psalm 119, werd de weekopening besloten en voerden de kinderen nogmaals hun bijdrage van afgelopen zaterdag op.

Daarna vertrok iedereen naar zijn klaslokaal en maakten wij een praatje met Cor Boer, waarna we naar de personeelskamer liepen waar onze studenten al zaten te wachten op de eindgesprekken. Na een overlegje over de organisatie praatte we even bij. De meiden hebben het hier duidelijk prima naar hun zin gehad en het nodige geleerd. Voor studenten die er niet tegenop zien om een verre reis te maken en een maand of drie van huis te zijn is een stage in Zuid-Afrika beslist aan te raden. Je maakt kennis met een totaal andere manier van onderwijsorganisatie, je woont tijdelijk in een land dat in bijna alles verschilt van je eigen land en je maakt deel uit van een enthousiast onderwijsteam op een kleine basisschool.

Aan tafel in de personeelskamer van de Réhobotskool, foto van Zuid-Afrikagirls

Een voor een voerden we daarna de gesprekken over de scripties en de handelingsplannen, in bijzijn van de stagebegeleidster, die zich ingelezen had in de scripties en tijdens het gesprek waardevolle vragen en opmerkingen plaatste. De dames konden beiden een goed cijfer in ontvangst nemen en de begeleidster nodigde via ons meer studenten uit om op de Réhobotskool stage te komen lopen. We zullen ons best doen…

Na de gesprekken bekeken we het schoolterrein en liepen enkele klassen binnen. Er zijn vier groepen, de jongste kinderen zitten in een houten gebouwtje, de andere drie groepen in het hoofdgebouw. Een gang is er niet. De jassen en tassen hangen buiten onder de overkapping. De groepen zijn klein en bestaan allemaal uit combinaties van meerdere graden, zoals de klassen hier heten. Het onderwijs is tweetalig, de kinderen leren Zuid-Afrikaans en Engels. Ze bereiken daarin een niveau vergelijkbaar met HAVO 4. Een aantal kinderen spreekt daarnaast van thuis uit ook nog Nederlands. Vanaf graad 1 (= groep 3) dragen de kinderen schoolkleding, die door een medewerker van school wordt gemaakt. Onze studenten hebben zich beziggehouden met hulp aan een zwakke leerling. Daarnaast hebben ze Gym en Handvaardigheid gegeven en het poppenhuis opgeknapt. Tenslotte schilderden ze een achtergronddoek over het thema Hemelvaartsdag. De verhalen van de studenten zijn na te lezen op hun weblog.

    

Een kijkje in de klassen…

    

…. en bij de kapstokken. De honden wonen op het schoolterrein, ze zijn van de administratief medewerkster, die naast de school woont.

Het poppenhuis nadert zijn voltooiing

Inmiddels was de schooldag al een heel eind gevorderd en werd er gebeld. De schooldag duurt hier van 8:00 uur tot 13:30 uur met twee keer een kwartier pauze. Vrijdags gaat de school al om 13:00 uur uit. Al met al hebben de kinderen 24,5 uur les per week. Na schooltijd is het buiten meteen een drukte van belang. Verschillende ouders staan al op hun kinderen te wachten met auto’s of pick-ups. En ook de beide busjes vertrekken kort nadat de bel heeft geklonken. De studenten bleven vandaag nog een poosje verven. Wij namen broer en zus Nap in de auto mee en reden naar Nolene.

Vervoer van schoolkinderen aan het eind van de schooldag

Terug naar boven

Voortrekkersmonument

Als de schooldag al om 13:30 uur voorbij is, is er nog genoeg tijd om iets anders te gaan doen. We hadden besloten om vanmiddag het Voortrekkersmonument bij Pretoria te bezoeken. Willem leende ons zijn Tomtom, waarin hij de plaats van het monument had geprogrammeerd en zo togen wij op weg. We kwamen weer langs de uitlatenreparatiestand; de beheerder lag lekker in de schaduw van zijn tentje te rusten. Kennelijk waren er niet veel uitlaten te lassen vandaag.

We reden de snelweg op in de richting van Pretoria, precies zoals we zondag ook hadden gedaan om naar kerk te gaan. We zagen de inmiddels wat meer vertrouwde beelden van krottenwijken en een vrij droog landschap, dat hier en daar in brand stond. Veldbranden komen vaak voor aan het eind van de zomer, vertelde men ons. Soms worden ze aangestoken, vaak ontstaan branden ook min of meer spontaan. Het vuur kruipt merkwaardig voort. Je ziet geen grote vlammen, maar vooral veel rook. Bomen worden niet of nauwelijks aangetast en zelfs niet al het gras verbrandt. Voor de plantengroei in het nieuwe seizoen schijnen deze brandjes wel goed te zijn.

Na een dik halfuur bereikten we Pretoria. De stad is lang niet zo groot als Johannesburg, maar er wonen toch zo’n 600.000 mensen. Qua inwoneraantal is de stad vergelijkbaar met Rotterdam, maar de oppervlakte is zeker veel groter, omdat er meer ruimte beschikbaar is in dit weidse land. Het Voortrekkersmonument bevindt zich ten zuiden van het centrum van de stad, op een locatie die voor ons eenvoudig te bereiken was. We betaalden de toegang bij het hek en reden het terrein op. Het was bijzonder rustig, we zagen alleen wat Aziaten, waaruit we blindelings en terecht concludeerden dat we ons op een toplocatie in dit land bevonden. Er zijn verschillende gebouwen op dit terrein waarvan tijdens ons bezoek alleen het hoofdgebouw open was.

Voortrekkersmonument, hoofdgebouw

We klommen de trappen op naar het kenmerkende vierkant gebouw en bekeken de Oermoeder, die in brons voor het gebouw staat, nadat we de kring met ossenwagens al gezien hadden. De tuin wordt prima onderhouden, het gras was prachtig groen en kort en de bloemen en planten stonden er allemaal prachtig bij.

    

Paradijsvogelbloem met Ossewagens (L) en de Voortrekkers-oermoeder bij het Voortrekkersmonument (R)

Als je het gebouw binnenloopt kom je in een enorme vierkante ruimte, onder een gewelfd plafond. Boven in dat plafond zit een klein venster. Op 16 december om 12:00 uur ’s middags schijnt de zon precies door dit venster op een gedenkteken dat een verdieping lager te zien is. Op de plaat, die sarcofaagachtig aandoet, staat te lezen “Ons vir jou Suid-Afrika” Het monument is een herinnering aan de slag bij de Bloedrivier, die op 16 december 1836 werd uitgevochten tussen de Voortrekkers en de Zoeloes van koning Dingaan. Nadat de Boeren deze slag gewonnen hadden en Zuid-Afrika konden gaan opbouwen, besloten ze om deze slag jaarlijks te herdenken. Daaraan moest het Voortrekkersmonument (vanaf 1947) bijdragen.

Tegen de wanden van dit gebouw is in wit marmer een reliëf te zien, waarmee de hele geschiedenis van de voortrekkers wordt verteld. Bekende namen als Piet Retief, Andries Pretorius en Dingaan zijn op de koperen bordjes te lezen. Voor degenen die bekend zijn met de boeken van L. Penning komt dit allemaal heel vertrouwd voor. Met de trap of de lift kun je omhoog vanwaar je een mooi uitzicht hebt in het gebouw en op de omgeving, waarbij Pretoria met de regeringsgebouwen, de hoogbouw in het centrum en de universiteit de aandacht trekt.

Deel van het reliëf met de geschiedenis van de Voortrekkers. Als je over de gebogen borstwering omlaag kijkt,
zie je de stenen plaat met de woorden
“Ons vir jou Suid-Afrika”

Blik omlaag in het Voortrekkersmonument

    

Blik op Pretoria-centrum (L) en de Universiteit (R), gezien vanaf Voortrekkersmonument

Parlementsgebouwen Pretoria, gezien vanaf Voortrekkersmonument

Op de benedenverdieping van het gebouw is een tentoonstelling ingericht, waarmee de geschiedenis van de Boeren (Voortrekkers) en de oorspronkelijke bevolking (vooral Zoeloes) wordt verteld. In de vitrines liggen boeken en andere documenten die gewoon in het Nederlands geschreven zijn. Hier worden de banden tussen Zuid-Afrika en Nederland wel heel concreet zichtbaar gemaakt. Tevens biedt de expositie een goed beeld van de Calvinistische levensovertuiging van de Voortrekkers.

Model van een Ossenwagen (Ossewa) in het museum

    

Statenbijbel (L) en een Catechismusverklaring van Bern. Smytegelt (R) die ooit toebehoorden aan Voortrekkers

    

Voortrekkersmonument en het gebeeldhouwde laager van Ossewaas

Nadat we alles bekeken en gefotografeerd hadden, waarvoor je ongeveer anderhalf uur nodig hebt, brachten we een kort bezoek aan de souvenirwinkel, waarna we met een laatste blik op het typische gebouw en de fraaie uitbeelding van het Laager van Ossewaas afscheid namen van deze plek en terugreden naar Sonnedal, dat we voorbij reden om boodschappen te doen in het winkelcentrum, waarheen Arinda Nap ons vanmiddag de weg had gewezen.

Het winkelcentrum bevindt zich in Ruimsig, aan de M67. Er zijn enkele supermarkten, een paar restaurants en wat andere winkels. De parkeerplaats wordt door ca. 10 man in gele hesjes bewaakt. Het publiek dat hier boodschappen doet is grotendeels blank, al liepen er ook heel wat zwarten op het terrein en in de winkel. We kochten producten om een zeer Hollands dinertje te koken: Aardappels, hamburger en sperziebonen. Verder deden we de nodige boodschappen voor de komende dagen, waarna we terugreden naar Sonnedal en de ingrediënten verwerkten tot een eenvoudige doch voedzame maaltijd.

Na het eten beraamden we enkele plannen voor morgen en praatten wat na over deze mooie dag, met schitterend weer en veel indrukken.

vorigeterug naar boven – volgende

Reacties zijn gesloten.