Van Bradninch naar Chagford
Vanmorgen ontbeten we nog een keer in het zomerhuisje van Charlotte in Bradninch. Voordat we aan de tocht over Dartmoor en Bodmin Moor zouden beginnen pakten we alle spullen in, ruimden het huisje een beetje op en controleerden alles of we niets vergeten hadden. Daarna gooiden we de sleutel in de brievenbus van het grote huis en reden weg. We hadden de eigenaar van het huisje niet gezien omdat ze zelf een weekendje weg was.
Van Bradninch reden we de inmiddels bekende weg naar Cullompton, waar we de M5 opdraaiden in de richting van Exeter. Het was vanmorgen opnieuw grijs weer met af en toe wat motregen, zodat alles er grijs en nevelig uitzag. Het was niet druk op de weg en we reden voorspoedig tot bij Exeter, waar we A30 opreden die we volgden tot Whiddon Down.
We reden richting Moretonhampstead tot we bij Easton Court afsloegen naar Chagford. De weg was al behoorlijk wat smaller, maar het laatste stukje naar Chagford was echt smal. En er reden behoorlijk wat auto’s zodat we geregeld uit moesten wijken om tegemoetkomend verkeer voorrang te geven.
Chagford
Toen we in Chagford aankwamen was het nagenoeg droog. We parkeerden bij het Health Center en liepen terug naar het dorp. Het kleine centrum wordt gedomineerd door de zeer historische kerk, die aan Michael de aartsengel gewijd is.
We gingen de kerk binnen, waar op dat moment een groepje mensen koffie zat te drinken en keken even rond in de oude ruimte. Het was duidelijk te zien dat de kerk intensief gebruikt wordt. Er waren diverse hoekjes waar groepen konden zitten en, zoals we eerder zagen, lag er op diverse plaatsen in de kerk van alles opgeslagen dat voor de diensten en andere activiteiten gebruikt kon worden.
We liepen een rondje door het centrum van dit aardige plaatsje en ontdekten dat de beroemde winkel van James Bowden (waar ze alles wat denkbaar is verkopen) vandaag gesloten was. Andere winkels, waaronder een fraaie boekhandel, annex winkel voor schildersbenodigdheden, waren wel open en hadden ook klandizie.
Van Chagford naar Dartmoor
Nadat we Chagford voldoende verkend hadden, reden we terug naar Easton, waar we rechtsaf sloegen naar Moretonhampstead. Daar kozen we voor de weg richting Dartmoor. Het duurde niet lang voor we de heide opreden. Dartmoor Ntl. Park bestaat vooral uit heidevelden en andere onherbergzame gebieden. Door de lichte miezer die neerviel werd het desolate karakter van het landschap nog benadrukt.
Op de heide hebben we schapen en runderen zien grazen. Deze dieren lopen ook over de weg, waardoor de maximum snelheid begrensd is. Al gauw kwamen we in Postbridge, waar we het bezoekerscentrum en de omgeving van de beide bruggen wilden bekijken. Tot onze verbazing en teleurstelling waren het bezoekerscentrum en beide parkeerplaatsen gesloten voor bezoekers. Het bleek dat er een filmopname gaande was, waarvoor bijna alles moest wijken.
Postbridge
We parkeerden een eindje terug langs de weg en liepen naar de beide bruggen toe. De oudste en beroemdste brug die bij Postbridge over de East Dart River ligt is een zogenaamde Clapper Bridge uit de 13e eeuw. De brug is toegankelijk voor voetgangers die op deze wijze het riviertje over willen steken.
Aan het eind van de achttiende eeuw voldeed de Capper Bridge niet langer en heeft men de huidige brug gebouwd, die inmiddels ook historische te noemen is. Deze brug lijkt op andere bruggen in Dartmoor: gemaakt van natuursteen, met enkele bogen en zeer solide uitgevoerd.
We waren van plan om bij het bezoekerscentrum te lunchen, maar nu dit gesloten was besloten we verder te rijden en uit te kijken naar een gelegenheid waar we zouden kunnen eten. We vervolgden onze weg over Dartmoor en zagen bij Merrivale, dat net als Postbridge in een groener en bewoonbaarder deel van Dartmoor ligt de zon doorbreken.
We hadden het grootste deel van de weg over Dartmoor achter ons gelaten en het duurde niet lang of we gingen het laatste wildrooster over op weg naar Tavistock.
Lunch in St. Ann’s Chapel
We reden door Tavistock heen, dat een flinke stad bleek te zijn en koersten steeds verder zuidwest, tot we bij Gunnislake de Tamar overstaken en Cornwall binnenreden. Na Gunnislake kwamen we in St. Ann’s Chapel waar we stopten bij “The Rifle Volunteer” om te lunchen. De pubs in Engeland hebben allemaal een naam en her en der kwamen we ook deze vakantie weer zeer opmerkelijk namen tegen.
Ondanks de bijzondere naam was de lunch in de pub van goede kwaliteit en het uitzicht naar het zuiden richting Plymouth was zeer bijzonder te noemen, ook al was het nog steeds niet helemaal helder.
Na de lunch reden we vooral in westelijke richting verder. Steeds over smalle A-wegen of nog smallere B-wegen tot we halverwege de middag aankwamen in Minions, een dorpje aan de rand van Bodmin Moor.
Wandeling naar op Hurler’s Stones op Bodmin Moor
We parkeerden de auto op de parkeerplaats bij het dorp en trokken onze wandelschoenen aan voor een wandeling over Bodmin Moor. Dit heuvelachtige heidegebied vertoont grote gelijkenis met Dartmoor in Devon, maar is niet zo uitgestrekt als Dartmoor. Vanuit Minions is een interessante wandeling te maken langs de steencirkels van Hurler en naar de Cheesewring, die iets verderop ligt.
We gingen op pad langs een onverharde weg waarover ook met voertuigen gereden wordt en kwamen al snel bij de Hurlers Stone Circles, een aantal cirkelvormige structuren in het landschap die gevormd worden door rechtopstaande stenen die door mensen in de grond verankerd zijn.
In Devon en Cornwall zijn veel meer van dit soort structuren te vinden. Wie ze heeft gemaakt en met welk doel is tot op heden niet bekend. De gelijkenis met de enorme cirkel bij Stonehenge is treffend, maar of deze miniformaties daarmee iets te maken hebben is niet duidelijk.
Overblijfselen van de mijnbouw
We vervolgden onze wandeling tussen de vrij rondlopende paarden, runderen en schapen in de richting van de Cheesewring, een formatie van schijnbaar losliggende rotsen, die door mensenhanden gemaakt leek te zijn. Daarbij passeerden we verschillende omheinde stukjes met waarschuwingsbordjes voor diepe mijnschachten. In heel Devon en Cornwall waren in het verleden talloze mijnen, waar vooral metalen als tin, koper en in mindere mate zilver en goud gewonnen werden.
Naast omheinde mijnschachten zagen we overal om ons heen restanten van gebouwen die door de mijnen werden gebruikt.
De Cheesewring
We begonnen aan de beklimming van de heuvel waarop de Cheesewring staat en konden steeds verder om ons heen kijken. De weinige bomen die op de hei groeiden, waren duidelijk geteisterd door de wind, al was het vandaag vrijwel windstil.
Na een korte klim bereikten we de opmerkelijke steenformatie, die Cheesewring wordt genoemd. Mensen hebben deze naam bedacht omdat bij het persen van appels voor cider er soortgelijke steenstapels op de pers werden gelegd.
We bekeken de steenhoop van alle kanten en liepen even rond op de top van deze heuvel, met uitzicht naar alle kanten. Ook vanmiddag was het grijs weer, maar het regende niet. Hier en daar brak de zon door de wolken, waardoor er grote lichtvlekken in het landschap zichtbaar waren.
We liepen langs de andere kant terug naar beneden en konden zodoende in de steengroeve kijken die ooit een bedreiging was voor het voortbestaan van de Cheesewring. Op Bodmin komen veel steengroeves voor. Uit deze groeve haalde men onder andere de stenen voor de Tower Bridge in Londen.
Er waren plannen om de groeve verder te exploiteren, waarbij de steenstapel dan zou moeten wijken. Initiatieven van de bevolking hebben dit gelukkig weten te voorkomen. We liepen terug naar de auto, verwisselden van schoeisel en gingen op pad naar ons onderkomen voor de komende twee nachten.
Trehellas House Hotel
We reden verder en sloegen nog even af bij Golitha Falls om te kijken of een wandeling naar de watervallen nog te doen was gezien het tijdstip van de dag. Aangezien het al begon te schemeren en de wandeling niet binnen een half uur gemaakt kon worden besloten we door te rijden naar ons hotel.
We kwamen eerst in de plaats met de wonderlijke naam Doublebois en daarvandaan ging het over een prachtige weg door het dal van de River Fowey naar Bodmin. Vandaar was het nog een klein stukje naar Trehellas House Hotel, waar we een kamer kregen in het bijgebouw. De kamer was royaal van afmetingen en keurig schoongemaakt, maar de algehele indruk was dat deze ruimte wel een flinke opknapbeurt kon gebruiken.
We aten een prima dinertje in het restaurant, dat er wel spic en span uitzag. De maaltijd was een pub klassieker met een moderne twist, waardoor het bord er uitzag als in een duurder restaurant. De kwaliteit van de maaltijd was voortreffelijk.
Na deze mooie dag gingen we niet al te laat slapen.
vorige – terug naar boven – volgende