Van Chagford naar Dartmoor
In Easton Court sliep ik rustig in een ruime kamer in een goed bed. De slaapkamers van deze B&B lag aan de achterkant van het huis, dus van de weg hoorde ik niets. Het ontbijt werd beneden geserveerd en was, net als de hele property van prima kwaliteit. Een goed begin van de dag waarop ik van Chagford naar Dunmere reed.
Na het ontbijt reed ik naar Chagford, wat een heel aardig plaatsje is, met onder meer een beroemde winkel waar ze alles zouden verkopen. De voorraad was inderdaad gigantisch en zeer divers.
Dartmoor
Vandaar reed ik verder naar Postbridge en daarna Dartmoor in. Dartmoor is een Nationaal Park, dat grotendeels uit heuvellandschap met heide bestaat. Verwacht geen keurige heidevelden, zoals op de Veluwe of in Drenthe, maar een tamelijk woest en heuvelachtig gebied, waar een koude wind overheen gierde en waar de schapen los rondliepen. Het landschap is enigszins te vergelijken met delen van Wales. Het was vandaag te koud en te wisselvallig om een wandeling te maken.
Bij Twobridges nam ik de weg naar Tavistock en reed via Liskeard, Bodmin en Redruth naar Penzance door het zeer heuvelachtige en mooie Cornwall, waar de bomen allemaal naar het oosten wijzen en waar het aanmerkelijk zonniger en warmer was dan op de hei van Dartmoor.
Cape Cornwall
In Penzance reed ik de weg naar St. Just op om Cape Cornwall te zien. De kaap ziet uit op de Atlantische Oceaan en is volgens sommigen het echte Lands End. Het is er in elk geval veel rustiger en er is ook geen kermis.
De kust van Engeland is hier rotsachtig en het is voor een Nederlander steeds weer verbazingwekkend dat land zomaar ineens met een steile wand ophoudt. Op de kaap staat een hutje, waar een vriendelijke oude man toezicht hield op de Oceaan en bezoekers te woord stond. De zee was zeer kalm.
Penzance en Truro
Na de kaap op gemak bekeken te hebben, reed ik terug naar Penzance, aan de tegenoverliggende kust van Cornwall. Engeland is hier maar 8 mijl breed. Seafront in Penzance is de zeer toeristische boulevard, niet de moeite van een stop waard, tenzij je flaneren wilt. Opvallend was de subtropische plantengroei. Door het zachte klimaat kunnen hier palmbomen groeien. Vandaag was dit de plek waar mijn thermometer de hoogste temperatuur aangaf.
Vanuit Penzance reed ik terug naar het noorden, naar Truro. Truro is een stad met een kathedraal en als het verkeer een beetje meewerkte kon ik daar op tijd zijn om de Evensong bij te wonen. Het lukte me inderdaad om rond 5 uur geparkeerd en wel in het centrum van deze drukke stad te zijn, waar ik meteen naar de kathedraal liep.
Het gebouw is nog geen 150 jaar oud en daarom historisch gezien niet heel erg bijzonder. Het is wel een markant en fraai gebouw, dat de stad domineert.
De Evensong zou deze avond niet gezongen maar gesproken worden, zodat ik besloot om nog wat verder te rijden, om de afstand die ik morgen zou moeten rijden wat te bekorten. Het was jammer dat ik daardoor niet de kans kreeg het magnifieke Father Willis orgel in deze kathedraal te horen.
Via Fowey naar Dunmere
Ik reed langs en door Fowey (een bijzonder druk havenstadje met zeer smalle straatjes) tot ik in de buurt van Bodmin op zoek ging naar een slaapplaats. Ik informeerde naar een bed bij Travel Inn, maar die zat helemaal vol en verzekerde me dat er in de hele South-West geen enkel bed meer te krijgen was.
Dat bleek onjuist te zijn, want een paar mijl verderop aan de A 389 in Dunmere vond ik een kamer in de B&B van Jeremy Stanford-Davis, een eenvoudige kamer in een 18e eeuws gebouw, genaamd St. Anne’s Chapel Hayes.














