Op weg naar Duinkerke
Vanochtend liep om 6.15 uur de wekker af, zodat ik rond 7.00 uur zou kunnen vertrekken in de richting van Duinkerke. Nadat ik de laatste spullen had ingepakt bracht ik mijn bagage in de auto. Iets voor 7.00 uur vertrok ik voor de rit van Kapelle naar Chichester.
De Westerscheldetunnel was net weer open, nadat hij twee uur gestremd was geweest door een ongeluk. In Zeeuws-Vlaanderen hing nog wat ochtendmist, maar hinderlijk was dit niet. Tot iets onder Gent was het behelpen met de weg. Ik schoot maar langzaam op door de vele verkeerslichten. Files waren er gelukkig niet.
Iets ten zuiden van Gent draaide ik de snelweg op en kon ik lekker doorrijden. De haven van de Norfolkline bleek een aardig eindje voorbij Duinkerke te liggen, zodat het niet lukte om binnen de twee uur de Ferry te bereiken.
Ik was er om 9.15 uur en dat was nog ruim op tijd. Op vertoon van een simpel e-mailtje met enkel een boekingsnummer kreeg ik een instapkaart voor de boot en mocht vervolgens langs de douane naar het opstelterrein rijden.
Van Duinkerke naar Dover
Na ongeveer 20 minuten wachten mocht ik de boot op rijden. De Maersk-Delft van de Norfolkline was een heel groot schip. In Duinkerke reed ik aan de voorkant het schip in, een helling op naar achteren, waar ze me lieten keren, zodat ik uiteindelijk voor in het schip kwam te staan. In Dover bleek ik er toch langs achter af te moeten, zodat ik nogmaals moest keren.
Het nut van deze oefening zat mogelijk in het feit dat vrachtauto’s wel rechtdoor naar achteren reden, zodat er op deze manier zowel voor als achter in het schip auto’s staan. Vol kwam de boot helemaal niet, ik schat dat maar 25% van de personenautocapaciteit werd gebruikt.
Het schip was fraai en functioneel ingericht; de overdadige luxe op de Ferry’s van de tijd vóór de Eurotunnel was hier afwezig. De overtocht duurde bijna twee uur. Door het uur tijdsverschil leek dat maar een uur te zijn. Onder de Franse kust regende het, voordat we Dover bereikten werd het droog. De aankomst in Dover was opnieuw een mooie belevenis. We voeren schijnbaar recht op de White Cliffs af en dan bleek op het laatste moment dat er een haven is aangeplakt tegen die steile kalksteenrotsen.
Het ontschepen verliep vlot, de douanepassage iets minder. Voor en achter me werden alle Nederlanders apart gezet. Ik moest een reeks vragen beantwoorden, waarna de douanier in zijn kantoortje verdween om mijn paspoort te controleren.
Alles bleek in orde te zijn en ik kon beginnen aan mijn eerste mijlen links rijden. Dat viel ook deze keer weer mee, al was het verkeer langs de kust bijzonder druk. Dat was aan de andere kant ook wel weer makkelijk, want daardoor kon ik gewoon met de stroom meerijden.
Van Dover naar Rye
Ik reed naar Folkestone over de A20 en de B2011 en vervolgens over de A259 via Sandgate en Hythe door New Romney tot ik in Rye kwam, waar ik bij het station parkeerde en in het stadje wat ging eten en geld tappen. Toen ik aankwam was het prachtig weer, maar tijdens de lunch werd het donker en ik was nog een beetje natgeregend toen ik terug bij het station was.
Ik vervolgde mijn weg over de A259 richting Hastings en Bexhill. Door de grote verkeersdrukte langs de kust schoot ik niet snel op. Ik besloot bij Eastbourne dan ook om niet naar Beachy Head te gaan, maar meteen door te rijden naar Chichester.
Van Rye naar Chichester
Vanaf Lewes werd de weg dual carriage (= vierbaans), maar verkeerslichten en ook rotondes kwam ik daar nog geregeld tegen. Voorbij Brighton boog de weg van de kust af en daar werd het wel wat rustiger. Maar er wonen in dit gebied veel mensen dus reden er ook veel auto’s. Toen ik Arundel met het hoogliggende kasteel en de neo-gotische kathedraal voorbij reed, was Chichester niet ver meer.
De stad is gebouwd rond een kruispunt, dat in de Romeinse tijd al bestond en wordt ontsloten door een rondweg, zodat je het hele centrum omcirkelen kan. Aan de South Street was een parkeergarage vanwaar het niet ver lopen was naar de kathedraal.
Chichester Cathedral
De ontvangst in de kerk was vriendelijk en persoonlijk en ik had nog even tijd om wat rond te kijken voordat om 17.30 uur de Evensong begon.
De dienst werd verzorgd door een (gast)koor uit Syracuse (New York State, USA) De kwaliteit was niet te vergelijken met wat door Engelse koren doorgaans geboden wordt.
Overnachten bij Trents
Na de Evensong reed ik voor een onderkomen voor de nacht richting Lavant, waar ze me in The Royal Oak doorverwezen naar South Street in Chichester, waar ik bij Trents een kamer en een dinertje kon regelen.
Een kamer reserveren ging heel wat makkelijker dan in Noord Amerika. Hier hoefde ik geen enkel formulier in te vullen, niet vooraf mijn creditcard te laten zien of mijn naam te noemen. Men gaf de sleutel van de kamer zonder meer af, waarna ik mijn nachtverblijf kon betrekken.
Mooi dag!